Het automerk Alfa Romeo wordt nieuw leven ingeblazen. Een budget van ruim 5 miljard euro en een stroom aan nieuwe modellen moeten Alfa Romeo op hetzelfde niveau brengen als BMW, Mercedes en Audi.

Om maar meteen duidelijk te maken dat Alfa Romeo bij de top wil horen, heeft het merk de snelste en duurste versie, de Giulia Quadrifoglio. een 2,9 liter grote zescilinder motor met 510 pk gegeven. Acceleratie 0-100 km/u in 3,9 sec. Prijs: € 109.030. De Giulia is ook met lichtere motoren te koop, vanaf € 40.530.Voor het eerst in zijn geschiedenis maakt Alfa Romeo nu ook een SUV. Deze Stelvio is vanaf begin volgend jaar in Nederland te koop.De metamorfose van Alfa Romeo is een risicovolle operatie. Dat geeft zelfs de nieuwe topman Reid Bigland toe. ‘De introductie van de Giulia, het eerste model van de nieuwe generatie, liep vertraging op. Maar ik ga beslist niets overhaast doen. De nieuwe Alfa Romeo’s moeten hun kwaliteit bewijzen nog voordat ze de fabriek verlaten. Als er ook maar iets niet klopt, nemen we de tijd het op te lossen’, zegt Bigland, nadat hij op de autoshow van Los Angeles het tweede vernieuwde model van het merk heeft onthuld.

Dat tweede model is een SUV met de naam Stelvio en moet vooral in de Verenigde Staten een verkoopsucces worden. Het Italiaanse merk werd in Amerika vroeger niet serieus genomen en was daar ook nauwelijks te koop. Volgens Bigland zullen de nieuwe Alfa Romeo’s daar verandering in brengen. ‘De sedan Giulia, ons eerste vernieuwde model, is de snelste in zijn klasse. De Stelvio zal de snelste SUV in zijn klasse zijn. We werken met een nieuw team van ingenieurs, die hernieuwde technische bases voor al onze auto’s hebben gecreëerd. Voor de motor hebben we twee ingenieurs van Ferrari ingehuurd. We maken ook gebruik van de motortechniek van Ferrari. We hebben het beste onderstel in deze prijsklasse, voor een bijzonder uitdagend weggedrag.’ Ook aan exclusiviteit is gedacht. Bigland: ‘Alles hebben we zelf ontwikkeld: de wielophanging, de motoren en zelfs het infotainment en het navigatiesysteem. In combinatie met ons Italiaanse design levert dat sierlijke, spannende en stijlvolle auto’s op.’

Bodybuilder

Het zijn grote woorden van Reid Bigland, een Amerikaan die zijn sporen heeft verdiend in de keiharde Amerikaanse autobusiness. Als topman van Chrysler verkocht hij vorig jaar nog 2,2 miljoen auto’s. De 49-jarige Bigland, die het postuur heeft van een bodybuilder en fameus is om zijn charismatische toespraken voor autodealers, wist zelfs voor het eerst in de geschiedenis van Chrysler marktleider te worden in Canada.

Bigland gaat een uitdaging aan waar maar weinig mensen zich aan zouden wagen. In 2001 verkocht Alfa Romeo nog 200.000 auto’s, tegenwoordig zijn het er amper 60.000. Daarom is besloten tot een investering van 5 miljard euro, die ervoor moet zorgen dat het merk groter wordt dan ooit. Al over twee jaar moeten de verkopen zijn opgekrikt van 60.000 naar 400.000. En binnen vijf jaar worden er maar liefst negen nieuwe modellen uitgebracht. Bovendien zal Alfa Romeo voor het eerst in de geschiedenis wereldwijd op de markt komen. De vele fans die het merk telt, en die zichzelf liefkozend Alfisti noemen, hebben dus weer hoop: Alfa Romeo zal misschien toch nog overleven.

De eerste reacties op de make-over van Alfa zijn veelbelovend. In de afgelopen maanden werden de rijkwaliteiten van de nieuwe Alfa Giulia door de internationale autopers bejubeld. De vormgeving is geïnspireerd op de karaktervolle 156, van eind vorige eeuw. De keuze voor achterwielaandrijving onderstreept dat de Giulia een echte Alfa is. De boxermotoren uit het verleden keren nog niet terug, maar er is nu wel een knop waarmee je het karakter van de rijtechniek kiest. Die heeft zelfs een racestand, om te onderstrepen dat deze volbloed Italiaan spectaculaire prestaties kan leveren. De Giulia rijdt volgens sommigen nog beter dan een BMW, hét voorbeeld in deze prijsklasse.

En dat is precies wat het hedendaagse Alfa Romeo beoogt: een aanval op de luxe topmerken in de automarkt. De Duitse drie – Mercedes, BMW en Audi – hebben sinds mensenheugenis de macht in het premiumsegment. Maar net als Volvo en Jaguar probeert nu ook Alfa Romeo voet aan de grond te krijgen in dit deel van de markt, waar autofabrikanten het grote geld kunnen verdienen.

Natuurlijk helpen lovende recensies om de torenhoge verkoopdoelstellingen te halen. Maar er is meer nodig. Zo bestaat de Nederlandse markt in deze prijsklasse vooral uit leaseauto’s. En leasemaatschappijen zijn gevoelig voor restwaarde en onderhoudskosten, zaken waarmee Alfa Romeo in het verleden een slecht imago heeft opgebouwd. Het zal tijd kosten dat beeld bij te stellen.

In de Verenigde Staten heeft Alfa Romeo nog een andere uitdaging. Consumenten zijn daar gevoelig voor statistieken waaruit blijkt hoe goed of hoe slecht auto’s in de praktijk zijn. Wat dat betreft heeft Alfa een miserabel verleden. Bovendien scoren alle andere merken van het moederbedrijf FCA Group (Fiat, Chrysler, Dodge en Jeep) stelselmatig slecht in dit soort onderzoeken.

Alfa Romeo zal zich dus moeten bewijzen. Voor de onthulling van de Giulia, vorig jaar in Milaan, was Andrea Bocelli ingehuurd. ‘Vincerò’, ik zal overwinnen, zong hij overtuigend in de aria ‘Nessun Dorma’, uit de opera Turandot van Giacomo Puccini. Om dat waar te maken, spelen de Italianen in op de emotie van de consument. Die is gevoelig voor de smaak van Italië en daarom worden kosten noch moeite gespaard om te benadrukken dat het getransformeerde Alfa Romeo onvervalst Italiaans is. Daarbij worden de twee nieuwelingen, de Giulia en de Stelvio, uitsluitend in Italië geproduceerd en is het nieuwe hoofdkwartier in Modena gevestigd.

De geschiedenis van Alfa Romeo gaat terug tot 1910. Toen werd de fabriek gebouwd, in Portello, nabij Milaan. Na enkele opstartproblemen kocht ondernemer Nicola Romeo de Anonima Lombarda Fabbrica Automobili (Alfa) in 1915. Onder zijn leiding groeide Alfa uit tot een van de beste automerken ter wereld, niet in de laatste plaats vanwege de successen in de autosport.

Na de Tweede Wereldoorlog waren het vooral de beeldschone coupés, spiders (cabrio’s) en berlinetta’s (sedans) die Alfa groot maakten. Het succes op de circuits was intussen onverminderd groot. Coureur Nino Farina won in 1950 met een Alfa 158 de eerste Formule 1-wedstrijd uit de geschiedenis. Een jaar later zegevierde de legendarische Argentijnse coureur Juan Manuel Fangio met een Alfa 159.

De laatste echte Alfa

Net voor de eeuwwisseling baarde Alfa Romeo bij het grote publiek nog opzien met tal van stijlvol gestileerde auto’s als de 75, 33, 156 en 164. Ook In Nederland werden die relatief goed verkocht. In 1995 had het merk zelfs een primeur, toen het Stedelijk Museum voor het eerst een tentoonstelling over autodesign presenteerde: ‘La Bellezza Necessaria’ (De essentie van schoonheid), volledig gewijd aan de vormgeving van Alfa Romeo. Maar hoe aantrekkelijk het design vaak ook was, met name de kwaliteit was steeds een probleem. Van de Alfasud werd in de jaren zeventig gekscherend beweerd dat hij al in de folder roestte. Ook toen elektronica een rol ging spelen in auto’s, sprong Alfa eruit door de vele storingen. Maar volgens de huidige technisch directeur, Harald Wester, deed vooral een gebrek aan originaliteit Alfa Romeo de das om. ‘Mooi of niet mooi, de laatste echte Alfa was de Alfetta uit 1972.’

Wat volgde waren samenwerkingen met andere merken. Ook werden meer onderdelen met andere auto’s uitgewisseld om kosten te besparen. Dus kreeg je de Alfa Arna, die samen met Nissan was ontwikkeld, en de Alfa 164, die zijn onderstel deelde met de Fiat Croma. De 147 en 156 waren weliswaar aardige auto’s om te zien, maar uiteindelijk waren ze ook vrij gewoontjes. Wester: ‘Er was enorm in geïnvesteerd, maar ze maakten de belofte niet waar. Ze waren te zwaar en in alle opzichten producten die echt niet bij Alfa Romeo pasten.’

Lange tijd speculeerden de media erop dat FCA geen brood meer zag in Alfa Romeo. Het merk zou nog hooguit voor de Italiaanse markt behouden blijven, net zoals dat bij Lancia is gebeurd. Onterecht: Alfa Romeo is op dit moment het ambitieuste en duurste project van de Italiaans-Amerikaanse onderneming. De verwachtingen zijn hooggespannen, omdat dit de allerlaatste reddingspoging is. Als het nieuwe plan mislukt, verdwijnt Alfa Romeo van de markt. Geen manager bij de Italiaanse autofabriek die daar op dit moment aan wil denken. Topman Sergio Marchionne van FCA heeft al een kostbaar cadeau in het vooruitzicht gesteld voor als de verkoopdoelstellingen gehaald worden. Als dat gebeurt, zal Alfa Romeo toetreden tot de eredivisie van de autosport: de Formule 1.

Overal geliefd, ook in de film

Alfa Romeo is een geliefd merk bij filmmakers. Het merk is te zien in onder meer The Day of the Jackal (1973), waarin een Giulietta Spider tegen een boom eindigt.

In de comedy Hear no Evil, See no Evil maakt een rode Spider zijn opwachting en in The Graduate (1967) rijdt hoofdrolspeler Dustin Hoffman in een rode Alfa Romeo Duetto.

Een Alfa T 33/3 schittert in Le Mans (1971), met acteur Steve McQueen, en in Under the Tuscan Sun (2003) verplaatst hoofdrolspeelster Diane Lane zich in een zwarte Spider.

Diverse beroemdheden laten zich graag zien met hun favoriete Alfa. Zo koestert modetycoon Ralph Lauren, een fervent autoliefhebber, zijn uit 1938 stammende Alfa Romeo 8C 2900 Mille Miglia.

Prins Rainier van Monaco was jarenlang een trouwe klant van het merk.

En afgelopen zomer nog trok het popsterrenechtpaar Beyoncé en Jay Z in een klassieke Spider door Italië.

Bron: FD.nl